De fossielen in de Hunsrückleisteen zijn werelberoemd.
Immers, daaronder zijn veel soorten en de conservering is deels uitstekend. Ze stammen uit het Vroeg-Devoon
(tijdspanne ongeveer 400 miljoen jaar geleden). Omdat ze uit pyriet (ijzer-II-sulfide) bestaan, kunnen ze
mechanisch worden uitgeprepareerd. De pyrietisering maakt het ook mogelijk van de zeedieren van destijds
röntgenopnames te maken. Deze doorlichting vooraf dient als hulpmiddel bij het prepareren, zodat daarbij
geen beschadigingen ontstaan.
Wouter Südkamp verzamelt, prepareert en beschrijft deze leisteenfossielen al sinds 1978. Zijn voornaamste,
een kleine 600 stuks omvattende verzameling uit Bundenbach en verdere regionale deelverzamelingen zijn in
het Hunsrück-Museum in Simmern ondergebracht. Deels zijn daaronder unieke, zeer zeldzame en/of nog niet
wetenschappelijk beschreven exemplaren. Ze worden hier in een kleine fotogalerie getoond.
 | Brachiopode cf. Orbiculoidea mediorhenana met bewaard gebleven steel
|  | Brachiopode Orthis sp., steenkern met septa (ondersteuningsapparaat van de tandkassen)
|
 | Schelp Cypricardella subovata |  | Nog niet beschreven vlakdier
|
 | Zeelelie Codiacrinus schultzei met bewaard gebleven platen van het ambulacraal (watervat-) systeem |  | Zeester Urasterella asperula, met vraatspoor van een ?worm |
 | Slangster Furcaster decheni, die model stond voor mijn logo
|  | Slangster Eschenbachia pinusi, nog niet wetenschappelijk beschreven
|
 | Onbekende ?arthropode
|  | Trilobiet Rhenops sp. met bewaard gebleven pootjes en antennes
|
 | Trilobiet Chotecops (Phacops) ferdinandi met hypostoom, pootjes en aanhangsels voor de ademhaling
|  | De zeldzame borstelwormen Ewaldips feyi, Briggs & Bartels, 2010 |
 | Borststekels van de stekelhaai Machaeracanthus hunsrueckianum |  | Coproliet
|
 | Odontopleuride gen. et sp. indet |  | De Conlarien-kolonie en edrioasteroíde waren tijdens hun leven op een onbekend object gegroeid. |
 | Worm Machaeridia Lepidocoleus hohensteini Högström et al., 2009. Holotype. |  | De mitraat Rhenocystis latipedunculata met bewegingssporen van de stekels en de staart. |
 | De zeelelie Orthocrinus pinnatus |  | Paar stekels van de stekelhaai Machaeracanthus peracatus met scapulocoracoid (borstbeen). |
 | De solitaire koraal Volgerophyllum karschheckensis Südkamp, 2007. |  | De solitaire koraal Zaphrentis sp. met pin ter verankering in de bodem. |
 | De achterkant van de cephalothorax van een bladvoetkreeft Dithyrocaris |  | Een onbeschreven reusachtige schelp. |
 | Van de ammoniet Mimagoniatites falcistria is vaak alleen de woonkamer bewaard gebleven. Vondst in een concretie nabij Birkenfeld. Foto: C. Schumacher |  | Kop en borstvin van de pantservis Stensioella heintzi |
 | Blastoíde Schizotremites osoleae |  | De euarthropode Captopodus poschmanni en trilobietenachtige Vachonisia rogeri |
 | De poliep Sphenothallus sp. heeft zich op een schelp verankerd |  | De cheliceratendrager Wingertshellicus backesi |
 | De hogere kreeftachtige Nahecaris balssi |  | Deze spons lijkt op Choia uit het Cambrium |
 | Niet beschreven zeester Euzonosomatide |  | De trilobiet Parahomalonotus uit de Spaanse Iberoschiefer met spijsverteringskanaal (röntgenfoto) |